Bageera liep over de top van een besneeuwde gladde berg, en waar zijn pootjes ook grip zochten ze gleden weer weg. De pup had het koud en was eenzaam, zijn huil was kilometers ver te horen, maar niemand had de moeite gedaan hem te komen zoeken. De pup stond er alleen voor. Bageera huilde nog een keer, maar eigenlijk had het geen zin meer. Niemand maar dan ook niemand kwam hem zoeken. Met die gedachten in zijn koude kopje, zocht hij een veilige weg om van de berg of te komen. Maar de enige weg naar beneden was vol met ijs en sneeuw, dat zou de kleine zwarte pup nooit gaan halen, toch ging hij dapper op weg naar beneden. Hij had zijn pootje ergens gezet en tuimelde een stukje naar beneden. De pup had het koud en was bijna bevroren. Opeens uit het niets kwam er een donkere grot tevoorschijn. het was een ingestorte berg, waarbij de stenen de opening vrij hielden zodat je erin kon. Misschien was het daar niet echt warm, maar je zat wel lekker droog. en voor de pup Bageera was dit misschien wel heel even de oplossing. De kleine pup liep naar binnen en ging liggen, het was niet het warmste plekje maar het was wel lekker droog. Hij werd wakker van een geluid binnen in de grot. De pup draaide zijn kopje in de richting van het geluid, maar het was zo donker dat je het toch niet kon zien. Bageera besloot om maar weg te gaan, en vervolgde zijn ijskoude tocht naar beneden. terwijl hij weg gleed, bij elk stukje ijs waar hij zijn poot op zette. Zo kwam er een andere grot in de verte. Bageera besloot daar te gaan kijken, en zette een klein drafje in, zodat hij er sneller was. Hij ging liggen toen hij in de grot was, maar hoorde weer een geluid, het was lichter in de grot, zodat je een beetje kon zien. Het geluid kwam van achter de pup vandaan, en besloot iets te roepen of te vragen 'Hii, ik ben Bageera, wie of wat maakt dat geluid'. En hij wachtte op reactie, vanuit de grot.